Als HERO in de klas
- lievensniels
- 2 jan
- 8 minuten om te lezen
In de dynamische wereld van het onderwijs worstelen startende leerkrachten vaak met een fundamentele vraag: "Welke stijl hanteer ik het best als ik voor de klas sta?" Deze vraag raakt aan de kern van wat het betekent om een effectieve en inspirerende leerkracht te zijn. Ruim tien jaar geleden, toen ik mijn eerste stappen zette in het onderwijs, werd ik geconfronteerd met het alom bekende advies: "Don’t smile until Christmas". Deze benadering, die strikte discipline en emotionele afstand voorstond, werd destijds gezien als de gouden standaard voor klasmanagement.
Echter, mijn persoonlijke reis als leerkracht heeft me een heel andere richting uitgestuurd. Na jaren van ervaring, vallen en opstaan, ben ik tot de overtuiging gekomen dat een mensgerichte aanpak niet alleen effectiever is, maar ook meer voldoening geeft. Tegenwoordig adviseer ik om eerst naar het kind te kijken en dan pas naar de leerling. Deze verschuiving in perspectief heeft verstrekkende gevolgen voor hoe we lesgeven en in interactie met onze leerlingen gaan.
Wie ben ik als leerkracht? Over lerarengedrag en zelfreflectie
Over lerarengedrag is veel geschreven. Een bekend model is het model voor interpersoonlijk leraarsgedrag van Wubbels & Brekelmans (2008). Dit model beschouwt elk gedrag als een vorm van communicatie die invloed uitoefent op het gedrag van leerlingen. Het is grotendeels gebaseerd op de modellen van Leary en Watzlawick.
Het staat buiten kijf dat gedrag ander gedrag uitlokt. Ons gedrag en onze houding als leerkracht bepalen grotendeels onze geloofwaardigheid bij leerlingen. Voor velen zijn we nog steeds een waardevol voorbeeld.
Children learn more from what you are then what you teach -W.E.B. Du Bois
Onze sterkte - maar tegelijkertijd ook onze zwakte - is het feit dat we als onderwijspersoneel vaak kritisch zijn. We demonstreren deze vaardigheid - soms tot lichte ergernis van anderen - tijdens familiefeesten of bij vrienden. Deze kritische houding gaat vaak hand in hand met een sluimerende twijfel aan ons kunnen in de klas. Het staat als het ware in de schaduw van ons perfectionisme.
Als leerkracht denken we vaak na over intrinsieke vragen, zoals:
Welke leerkracht ben ik?
Dit is een vraag die een kritische leerkracht tot veel zelfreflectie kan aanzetten.
Reflecties uit bovenstaande vraagt, brengt ons tot de volgende vraag:
Welke leerkracht wil ik zijn?
Het is niet altijd vanzelfsprekend om jezelf te blijven in de klas. Probeer er altijd voor te zorgen dat een mogelijk antwoord op 'wie je bent', een weerspiegeling is van wie je bent 'in de klas'. Men spreekt hier ook wel over de kracht en het parallel lopen van jouw professionele identiteit.
De som van deze twee vragen brengt ons tot het volgende punt, namelijk: welke leerkracht zijn we allemaal samen het best?
Welke leerkracht zijn we allemaal samen het best?
Ons lerarengedrag en de daarbij horende houding kunnen we het best vergelijken met de verschillende opvoedingsstijlen. Er bestaat geen formeel goed antwoord op welke stijl het 'beste' is; het antwoord is afhankelijk van jouw stijl, jouw eigen opvoeding, jouw karakter en temperament, situatie en omgeving. In het algemeen is er een consensus onder psychologen en pedagogen dat de autoritatieve stijl de meest duurzame is. De autoritatieve stijl omvat ingrediënten van alle opvoedingsstijlen.

Als we ons beperken tot een minimumdefinitie van het begrip 'autoritatief', dan kunnen we zeggen dat deze houding de volgende eigenschappen omvat: betrokkenheid, open dialoog, consequent zijn, veeleisend zijn, en grenzen stellen met uitleg.
Een van de moeilijkheden van een autoritatieve houding in de klas is dat wij als volwassenen daadwerkelijk ook de eerste stap moeten zetten richting de leerling en zijn/haar proces. We hebben ervoor gekozen om een gids te zijn in het ontwikkelingsproces van de leerling. Onze professionaliteit, gecombineerd met onze volwassenheid, resulteert erin dat we gemiddeld meer kennis (objectieve kennis) hebben over het maatschappelijk reliëf en de daarbij horende tendensen dan onze leerlingen. Daaruit volgt dat wij de verantwoordelijkheid hebben om de leerlingen hierover op een objectieve manier te sensibiliseren en te onderwijzen. Het wordt vaak onderschat, maar wij hebben een enorm belangrijke opdracht als leerkracht, en niet enkel op het gebied van kwalificatie, maar ook op deze van socialisatie en persoonsvorming.
Elke beweging die we maken naar jongeren toe (zowel op het domein van de kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming) zou er een moeten zijn die geladen is met de overtuiging om in verbinding te gaan. Om op een intrinsiek niveau bewust de jongere te willen helpen als gids in hun leerontwikkeling. Die beweging noem ik Act2Connect.
Als leerkracht zijn we praktisch ingesteld en hebben we graag concrete voorbeelden. Het is goed om te weten dat een autoritatieve houding in de klas duurzaam en efficiënt is, maar de vraag is hoe we dit in de praktijk kunnen toepassen.
Een autoritatieve lerarenstijl combineert betrokkenheid, open communicatie, consequent handelen, het stellen van hoge eisen en het uitleggen van grenzen. Deze stijl kenmerkt zich door een hoge mate van sensitiviteit en responsiviteit, gecombineerd met duidelijke controle en verwachtingen richting het gedrag van leerlingen. Om een autoritatieve houding in de klas te brengen, hebben we de HERO-houding:

Het woord HERO sluit ook sterk aan bij onze rol, namelijk: de ondersteunende en empowerende rol van de leerkracht.
Ik ga dieper in op de HERO-houding en plaats bij elke focus enkele voorbeelden:
H = De focus op herstel naar de leerlingen toe.
We bewaren ons gevoel als mens tegenover de leerling.
We leggen de focus niet meteen op straffen en belonen.
We hebben als leerkracht positieve en haalbare hoge verwachtingen.
Tips:
Gebruik een herstelgesprek na een conflict, waarbij beide partijen hun gevoelens kunnen uiten en samen naar een oplossing zoeken.
Geef een leerling die te laat komt de kans om uit te leggen waarom, in plaats van direct een straf op te leggen. Doe dit na de les, stoor je eigen les niet verder.
Stel haalbare doelen voor een leerling die moeite ervaren met de huidige leerstof, bijvoorbeeld door samen een studieplanning te maken.
E = De focus op ‘naast elkaar’ in plaats van ‘tegenover elkaar’.
We gaan ervan uit dat leerlingen het goed menen.
We doen ons best om zo begrijpelijk mogelijk te communiceren met de leerlingen en het steunnetwerk.
We praten niet met een verborgen agenda of in context van -voordelen voor onszelf.
Werk tussen je leerlingen.
We gaan in democratische dialoog met de leerling.
We zijn sympathiek en behulpzaam en hebben een goed inlevingsvermogen.
Tips:
Organiseer regelmatig klasgesprekken waarin leerlingen hun mening kunnen delen over de lesinhoud of klassfeer.
Gebruik coöperatieve werkvormen waarbij je als leerkracht tussen de leerlingen zit en meedenkt.
Toon interesse in de leefwereld van je leerlingen door te vragen naar hun hobby's of weekend.
Blijf niet geplakt aan je bord of bureau vooraan de klas.
Vraag naar de mening van je leerlingen.
R = De focus op verantwoordelijkheid aan te leren bij de jongeren.
We markeren als leerkracht duidelijk de grenzen.
We luisteren als leerkracht democratisch naar de mening van de leerling. Een mening betekent niet de waarheid, maar draagt altijd een gevoelswaardigheid.
We delegeren opdrachten die een meerwaarde zijn voor de ontwikkeling van de leerling richting verantwoordelijkheid.
We zijn professioneel tolerant.
We scholen ons bij en nemen hier onze verantwoordelijkheid in.
We geven ruimte aan de leerlingen om hun eigen mening te formuleren. We helpen hen hier ook bij, ook al weten we dat ze niet correct zijn.
We geven duidelijk instructies aan de leerlingen.
Tips:
Laat leerlingen zelf klasregels opstellen en bespreken aan het begin van het schooljaar.
Geef leerlingen de verantwoordelijkheid om een klasproject te organiseren, zoals een inzamelactie voor een goed doel. Of een klasproject.
Laat leerlingen elkaar beoordelen bij groepswerk, met duidelijke criteria.
O = De focus op oplossingsgericht denken en werken.
We hebben een houding die richting een antwoord werkt en niet richting het probleem of de situatie.
We onderzoeken hoe we als leerkracht kunnen helpen in een situatie tussen ons en leerling.
We communiceren constructief.
We leggen als leerkracht de focus niet op fouten, maar op kansen.
Tips:
Vraag bij problemen: "Wat heb je nodig om dit op te lossen?" in plaats van "Waarom heb je dit gedaan?"
Gebruik een 'succesdagboek' waarin leerlingen hun vooruitgang en positieve ervaringen noteren.
Bespreek bij een slechte toets hoe de leerling zich kan verbeteren, in plaats van te focussen op de fouten.
Streng ≠ consequent
Een kleine, maar broodnodige nuance die ik graag naar voren breng, gaat over de term 'streng'. Toen ik het afgelopen jaar sprak over onderwerpen zoals autoritair zijn en in dialoog gaan met heel wat startende en ervaren leerkrachten, merkte ik op dat de vraag 'Zijn we wel nog streng genoeg?' heel vaak naar de voorgrond kwam. Soms ook in een frustrerende vorm.
Iets wat ik als leerkracht heel sterk heb ondervonden, is het concept 'streng'. Naast de onsmakelijke nasmaak van het woord schept het ook meteen onjuiste interpretatiemogelijkheden bij zowel volwassenen als leerlingen. Het is allesbehalve de bedoeling om leerlingen/jongeren in de hoek te duwen met onze strenge houding, zowel verbaal als non-verbaal. Mensen die in de hoek geduwd worden, kunnen enkel maar terugduwen of door de knieën zakken, en beide willen we niet als leerkracht. Dat is ook net de valkuil als leerkracht met het woord 'streng zijn'. We moeten de leerlingen de ruimte geven om zich verder te ontwikkelen. Deze ruimte creëren we door rechtvaardig en consequent te handelen. Niet meteen door streng te zijn. Het onderstaande illustreert wat ik bedoel met het verschil tussen 'streng' en 'consequent' zijn.

De twee lijnen illustreren de twee verschillende handelingen. In het midden staan de verwachtingen. Deze kunnen zowel op school- als op klasniveau opgesteld zijn. Dat is minder relevant om het verschil aan te tonen.
Ik haalde al eerder aan dat het belangrijk is om als leerkracht/gids te fungeren met ons handelen en denken richting de leerlingen. Streng zijn is louter sanctionerend. We gaan niet snel ongewenst gedrag duiden voor de leerling. Met andere woorden: we bieden de leerling geen mogelijk ontwerp van wat 'verantwoordelijkheid' is. Het is dé weg, onze weg; we gaan de leerling dicteren, leiden.
Consequent zijn legt de nadruk juist wel op onze taak als gids in het aanleren van wat 'goed' gedrag is en de verantwoordelijkheid van de leerling. Consequentie is duidelijk nee zeggen en herhalen wat de opties waren en dat er een gevolg is aan elke keuze. Met andere woorden: we gaan de leerling begeleiden. Consequent zijn is dus niet gelijk aan streng zijn. Het eerste is veel krachtiger en legt de nadruk op een transparante link tussen verwachtingen delen en verwachtingen opvolgen. Het is met andere woorden een sturing naar verantwoordelijkheidszin. De sturing opvatten dat wij als leerkracht gidsen zijn zou de pedagoog Langeveld ‘zelfverantwoordelijke zelfbepaling’ noemen.
Onderstaand een concreet voorbeeld, uiteraard ook in het jasje van onze HERO-houding:
Na drie opmerkingen over moeilijk gedrag:
De leerkracht herhaalt de verwachtingen en legt uit waarom het gedrag niet past binnen de opgestelde klasregels/schoolregels.
De vooraf afgesproken consequentie (bijvoorbeeld: nablijven) wordt aangekondigd.
Uitvoering van de consequentie:
Het nablijven gaat door, ook als de leerling spijt heeft of ‘sorry’ zegt. Dit toont consistentie in het handhaven van afspraken.
Het is wel onze taak om de ‘waarom’ van onze houding te duiden tegenover de leerling. Dat is net het accent van de autoritatieve houding, namelijk het dialogerende en het kaderen van de situatie (met de gevolgen) aan de leerling.
Herstelgerichte aanpak:
De leerkracht biedt een mogelijkheid tot herstel aan, zoals samen iets doen in de volgende speeltijd of ruimte vrijmaken om te luisteren naar de redenen van de leerling.
Dit toont dat de relatie belangrijk is, maar niet ten koste gaat van de consequentie.
Reflectie en leermoment:
Tijdens het nablijven of de herstelmomenten bespreekt de leerkracht met de leerling hoe soortgelijk gedrag in de toekomst voorkomen kan worden en opnieuw; waarom het niet past in de opgestelde klas- schoolregels.
Er wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van verantwoordelijkheidsgevoel bij de leerling.
Bronnen:
Verhaeghe, P. (2015). Autoriteit. De Bezige Bij.
Arendt, H., & Kohn, J. (2006). Between Past and Future. Penguin.
Wubbels, T., Brok, P. D., Van Tartwijk, J., & Levy, J. (2012). Interpersonal relationships in education: An Overview of Contemporary Research. Springer Science & Business Media.
Dekeyser, L. (2018). De leraar als manager van een krachtige leeromgeving. Gompel&Svacina.